Vroegste geschiedenis

Kasteel Beauvoorde ontstond wellicht in de 12de eeuw en werd gebouwd op een motte, een kleine heuvel omgeven door een gracht. Al tijdens de middeleeuwen zou hier een ‘woonst’ hebben gestaan. De eerste schriftelijke vermelding van het kasteel dateert uit 1408. Toen was er sprake van een ‘stede’, bewoond door Jan de Valuwe.  

17de-eeuws lusthof van de familie de Bryarde

In 1573 kwam het kasteel in het bezit van de familie de Bryarde, maar door aanhoudende oorlogen en een pestepidemie moesten de Bryardes kort na hun aankoop vluchten naar veiliger oorden. Bij hun terugkomst vonden ze een verwoest kasteel. In 1600 bouwde hoogbaljuw Jacob de Bryarde de site weer op tot een lusthof waar het aangenaam vertoeven was. Van deze heropbouw blijven vandaag nog enkele zichtbare restanten over.

Verval

Het kasteel bleef eigendom van de Bryardes tot 1838, maar vanaf 1662 was niemand van de familie nog geïnteresseerd in het landgoed. Ze verkozen het stadsleven in Gent. Het kasteel raakte stilaan maar zeker in verval.

Toevluchtsoord van Romanticus Arthur Merghelynck

In 1875 kwam de excentrieke edelman Arthur Merghelynck ten tonele. Hij kocht het kasteel en liet het restaureren naar 17de-eeuwse stijl. 27 jaar lang was de site een ware bouwwerf. Bepaalde delen liet Merghelynck opnieuw bouwen, andere zorgvuldig restaureren. Merghelynck was een onverdroten romanticus. Niet het authentieke en het echte was van belang, wel de sfeer van het verleden. Via verzamelaars kocht hij stukken en curiositeiten uit de 17de eeuw. Wat hij niet kon vinden, liet hij namaken. Als verwoed verzamelaar vulde hij het pand tot de nok met prachtige meubels, schilderijen en hebbedingen van over de hele wereld. Alles staat er vandaag nog bij zoals in 1908, toen Merghelynck stierf.